Het boek begint met een sfeer dat ervoor heeft gezorgd dat ik graag verder wilde lezen. Een warme, zomerse sfeer. Als er wordt verteld dat Isabelle Amable is ontvoerd, wordt de sfeer meer onrustig. Bij het huis van Jeanne Bitor kreeg ik weer zo'n zomers gevoel. De donkere sfeer van het huis gaat het nu nog niet over. Er is nog niks over verteld. In dit stuk tekst gaat het over de Plomb du Cantal en het stadje Murat. Dit doet me weer denken aan de vakantie. Over het algemeen is bij mij alles wat zich buiten afspeelt, tussen de heuvels en in het bos, voor mij een fijne sfeer. Als op een gegeven moment Isabelle ontvoerd wordt en naar Jeanne's huis wordt geleid, wordt dat huis waarbij ik eerst nog een zomerse sfeer kreeg opeens beschreven als donker en vervallen. Minder fijne sfeer dus.
Ook -logisch natuurlijk- is de kelder waar Isabelle moet verblijfen erg donker. Wat me ook opviel, is dat als op een gegeven moment Jeanne flink boos is op Isabelle, dat het buiten aan het onweren was, samen met hevige regen. Vlak daarvoor, toen ze nog samen buiten zaten was het nog hartstikke lekker weer. Wel een benauwde sfeer, dat moet ik toegeven.
En natuurlijk, als Bernard Isabelle heeft gered, is de sfeer weer heerlijk zomers. Eind goed al goed.
